Lyda van Tol is zangeres (sopraan) en pianiste. Ze woont sinds twee jaar permanent op Le Chat en treedt regelmatig op in de regio. Mede door de beperkte mogelijkheden om op te treden in de coronatijd, is ze een nieuwe weg ingeslagen: componeren.
Lyda : “Ik kom niet echt uit een muzikaal gezin, maar al heel jong was ik dol op muziek.
Vanuit school kwam toen de tip aan mijn ouders dat ze mij op pianoles moesten doen.
En zo kwam er een tweedehands piano en kreeg ik les, na een paar jaar van een echte docent, die me vooral de techniek aanleerde. Uiteindelijk ben ik naar het Sweelinck-conservatorium in Amsterdam gegaan, eerst piano, later ook zang. Sinds mijn afstuderen heb ik eigenlijk altijd veel werk gehad. Allerlei optredens, als soliste bij oratoria-uitvoeringen, lesgeven, coaching, zang en piano bij lezingen en openingen van tentoonstellingen. Van alles.
Ik heb zelfs cantates met orkest van Mozart in de Notre-Dâme gezongen en tournees in Duitsland, België en Frankrijk gemaakt.
Na vele jaren werd het tijd om een beetje met pensioen te gaan. Ik woonde in Amstelveen, in het hart van de Randstad-metropool, en wilde daar weg. Naar een rustiger plek. Mijn buurvrouw in Amstelveen kreeg een vriend met wie ze altijd naar een huisje in Frankrijk ging. Ze nodigden me uit om een keer langs te komen. En daar ben ik ze dankbaar voor, want zo ben ik op Village Le Chat terechtgekomen.
Dat was geweldig, precies wat ik zocht: de stilte, de natuur en de mogelijkheid om zelf mijn muziek te creëren. Ik heb er in 2020 meteen een huis gekocht, mijn huis in Amstelveen aan mijn kinderen overgedaan en vanaf 2022 hier permanent gaan wonen.
Het is heel fijn om in een dorpse omgeving te wonen. Maar ken inmiddels ook veel mensen buiten Le Chat. Ik heb ook erg mijn best gedaan om goed Frans te leren. Dat kende ik wel al redelijk omdat ik vaak Franse gedichten en liederen heb gezongen. Maar omdat die vaak al heel oud zijn, gebruik ik soms ook heel ouderwetse woorden in het Frans. Heel grappig.
In de corona-jaren kwam er van optreden niet veel terecht. Lyda is toen begonnen met het componeren van pianostukken. Ze laat een tablet zien waarop lege notenbalken staan. Met een pen kan ze daarop heel snel en makkelijk noten schrijven. Een streepje is voldoende: het programma vertaalt dat automatisch naar keurig notenschrift. En met een druk op de knop kun je horen wat je zojuist hebt geschreven, naar keuze voor allerlei instrumenten. Als je compositie klaar is kun je hem uitprinten. Inmiddels heeft ze twee dikke mappen volgeschreven. Zo heeft ze bijvoorbeeld een compositie gemaakt die ze samen met haar zoons (cello en viool) speelt. En heeft ze inmiddels in de Charente en Dordogne diverse optredens op haar naam staan.
Lyda : “Ik ging een keer naar de kerk in Montbron en daar raakte ik in contact met allerhartelijkste Fransen met wie ik bevriend raakte. Dat leidde via via tot een uitnodiging om in de kerk in Mazerolles het Avé Maria te zingen. En dat praat zich natuurlijk rond in de regio, en zo kwam van het een het ander. Soms religieuze liederen, soms barok, maar ook jazz en mijn eigen composities. Geweldig. Ik heb me hier meteen thuis gevoeld. Het vooroordeel van veel Nederlanders dat de Fransen stug en gereserveerd zijn klopt absoluut niet. Integendeel.
In 2021 had ik ook een optreden in La Dame Blanche. Dat was een experiment.
Ik ben hier een jazzgitarist tegengekomen, Steve Bennett, met wie ik probeer een eigen invulling aan jazzmuziek te geven. Hij komt helemaal uit de popmuziek, ik uit de klassieke wereld en dat levert flinke discussies op. Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder en is het ontzettend leuk om te improviseren, eens een keer geen bladmuziek te gebruiken.
Uiteindelijk ben ik van het een in het ander gerold en ook in Javerlhac terecht gekomen, waar ze me vroegen om mijn eigen composities te spelen. Dat was in oktober vorig jaar.
Ik was so wie so heel enthousiast dat ik mijn eigen muziek mocht spelen, en ik heb ook ontdekt dat het mensen plezier geeft, dat ze het mooi vinden.
Ook gisteravond heb ik weer voor een aantal mensen gespeeld, en zondag nog een keer.
En dat is echt nieuw. Ik ben nu ook bezig om contacten te leggen met het conservatorium in Angoulême, want ik heb ook stukken geschreven voor strijktrio en koren en wil gaan proberen om dat allemaal te gaan uitvoeren.
Het componeren heeft nu wel de absolute prioriteit. Dat heeft ook met leeftijd te maken: ergens houdt het een keer op. Als je goed wilt blijven spelen en zingen moet je heel veel trainen. Dat heb ik het afgelopen jaar wel gedaan, maar naarmate je ouder wordt moet je dat echt heel gedisciplineerd volhouden. De muziek is niet een vak waar je gewoon mee ophoudt als je met pensioen gaat. Het is heel mooi dat ik nu met het schrijven van stukken eigenlijk aan een nieuwe carrière ben begonnen”.